
Toen ik in 2000 in het HCO te Zwolle dit document vond met witte handschoenen aan vanwege de oorspronkelijke stukken , kon ik er eigenlijk niets van maken. Bij bestudering was mij alleen bij een naam “Basuijn” opgevallen. De medewerkers bij het HCO konden mij ook niet verder helpen. Enige jaren later wist Harm van Bezoen wel iemand die het waarschijnlijk wel kon “vertalen”, die iemand was Roelof H. Gortemaker. Jan Poortman waarmee het contact met webring Reestdal liep vondt het ook een zeer belangrijk document omdat van IJhorst jaartal 1602 maar zeer weinig namen gekoppeld aan boerderijen bekend waren. H.B
Verpondinge ( Grondbelasting) Vollenhove 1602
Dat karspell IJwhorst
Roloff Janss op den Hogen Camp(1) heft verscheijden stucken liggen, ende
Daalder stuiver penning geslagen op vierdehalff vierendell(2) van een Mudde schepel spint
7-22- 0 hoeve daer op uutgeseijt(3) aen rogge 8- 0- 0
1-18- 0 noch 6 koeweijden
1-26- 0 ende 7 dachmaet hoijlandts
4- 25- 0 Johan Wolters op den Hogen Camp heft an verscheijden stucken liggen een halve
hoeve daer op geseijt 5- 0- 0
1- 2- 0 noch 4 koeweijden
1- 2- 0 ende 4 dachmaet hoijlants
Noch een halve hoeve int selve lant gelegen daer (aen) Johan Wolters van die vijf dielen ende die drie dielen (coemen) daer
1- 28- 0 op geseijt 2- 0- 0
1- 10- 0 ende 2 koeweijden ende 3 dachmaet hoijlants
Noch van een part van die halve hoeve
soe belmondich(4) liggen toebehoerende Frens
Bartels ende Mr. Lucas Erffgenaemen daerop
0- 14- 8 geseijt 0- 2- 0
0- 8- 0 hijr toe 1 koeweijde
0- 16- 0 ende 2 dachmaet hoijlants
Albert ter Espers(5) gebruijckt omtrent een halve hoeve landts toebehoerende die Ed. Coenraedt Sloet daerop
4- 25- 0 geseijt 5- 0- 0
1- 2- 0 ende 4 koeweijden
1- 2- 0 ende 4 dachmaet hoijlants
Frens ter Espers bewoont een halve
3- 26- 10 hoeve landts daer op geseijt 4- 0- 0
1- 2- 0 noch 4 koeweijden
0- 24- 0 ende 3 dachmaet hoijlants, verseth(6) an
Johan Henricks ter Linden
0- 22- 0 Noch gebruijckt in dit landt die erffgenaemen
van Geert Kuijper 2¾ dachmaets
Roloff Janssen bruijckt een hoeve landts toebehoerende het Convent van Hasselt(7)
11- 3- 8 daer op geseijt 11- 2- 0
2 4 0 noch 8 koeweijden
2- 20- 0 ende 10 dachmaet hoijlandts
Johan Janssen Basuijn(8) bruijckt een halve
7-22- 0 hoeve landts daer op geseijt 8- 0- 0
1- 18- 0 noch 6 koeweijden
1- 2- 0 ende 4 dachmaet hoijlandts
14- 25- 0 Johan Janss Kuijck bruijckt een hoeve landts toebehoerende die Jufferen van
Swartewater(9) daerop geseijt 15- 0- 0
2- 20- 0 noch 10 koeweijden
1- 26- 0 ende 7 dachmaet hoijlants
Johan Pouwells bruijckt een halve hoeve landts toebehoerende die pastour
7- 7- 8 ter IJwhorst(10) daer op geseijt 7- 2- 0
1- 10- 0 noch 5 koeweijden
1- 12- 0 1½ dachmaet hoijlandts
Noch die pastoer int selve landt
0- 12 -0 1½ dachmaet hoijlants
Albert Gaijkens bruijckt anderhalve hoeve landts toebehoerende die Jufferen
19- 25- 0 van Swartewater(11) (rest weggevallen) (20) (0) (0)
2- 12- 0 noch 9 koeweijden
2- 4- 0 ende 8 dachmaet hoijlandts
Johan Everts besit een hoeve landts toe-behoerende die Jufferen van Dickeninge(12)-
13- 16- 0 daer op geseijt 14- 0- 0
2- 4- 0 noch 8 koeweijden
0- 24- 0 ende 3 dachmaet hoijlants
Albert Roloffs gebruijckt anderhalve hoeve landts toebehoerende het Convent van Dyckninge (13)
24- 5- 0 daer op geseijt 25- 0- 0
3- 6- 0 noch 12 koeweijden
2- 24- 0 ende 10½ dachmaet hoijlants
Noch Johan Bartels wonende int Dickeninger Schaep Schot(14) beseijt op eenich
9- 20- 0 landt soe daer omtrent licht 10- 0-0
1- 20- 0 noch 5 koeweijden
Roloff ter Hoffstede bruijckt een hoeve landts toebehoerende het Convent van Dickeninge (15)
13- 16- 0 daerop geseijt 14- 0- 0
2- 12- 0 noch 9 koeweijden
2- 4- 0 ende 8 dachmaet hoijlant
0- 8- 0 noch 1 dachmaet hoijlant wort gebruijckt
bij Albert Jans woenende bij Dickelinger
Molen
Johan Wyllems bruijckt vierdehalff vierendel van een hoeve landts toebehoerende Johan Janssen Cuyck cum suis
9- 20- 0 daerop geseijt 10- 0- 0
(.)- 8- 0 (mist een regel)
(.)- 4- 0 noch j dachmaet soe Albert Roloffs gebruijckt
3- 6- 0 noch ix dachmaet soe den Convent bij Dickeninge gebruijcken
Roloff Gaykens bruijckt drie vierendell van een hoeve landts gelegen op der Lanckhorst hem selven toebehoerende daer op
3- 26- 0 geseijt 4- 0- 0
(.)- 28- 0 ende gift tijnden
noch 6 koeweijden
(.)- 28- 0 ende 3½ dachmaet hoijlandts
Johan ter Lanckhorsts erffgenaemen soe Albert Roloffs gebruijckt groot drie vierendell van een hoeve
3- 26- 0 daer op geseijt 4- 0- 0 ende geft tijnden(16)
1- 28- 0 noch 6 koeweijden
0- 28- 0 ende 3½ dachmaet hoijlandts
Albert Wolters als gebruijcker van die Ed. Reijner vanden Cloesters guet benevens ge(...) sijn Ed. vaders koeweijden plechten van alles vrij geholden worden (boven) (die) gift twij diele tijnden wesende groot drie vierendell hoeves refererende sich tot die mate
3- 26- 0 daer op geseijt 4- 0- 0
1- 18- 0 noch 6 koeweijden
1- 2- 0 ende 4 dachmaet hoijlants
(17)Dese aanvlijende landen worden gereckent als Staphorster landen
ende liggen an ackeren ende worden door die slechticheijt der selver landen twie voor eens gerekent ende sustinieren noch slechter toe sijn (...) (regel weggevallen bij kopie)
Bertolt (...) landt groot 7 ackeren legen ter Overlankhorst daer (...) (regel weggevallen bij kopie) (Reijner) vanden Clooster met sijn Ed. (vader) (mogten) worden uitge(...) tot profijte der creditoren en licht belmundich 0- 0- 0
Noch to die weijde ende hoijlandt horstvelt(18)
D st p genomen op 7 dachmaet. Ider dachmaet à 7 st 0- 7- 0 gerekent doet j st. ergo
Noch gebruijckt in dese 7 ackeren Albert Roloffs ter Boegelinge 3½ acker daer
1- 20- 0 op geseijt 1-1- 2 Seven dachmaet horstvelts
1- 28- 0 Albert Janss gebruijckt 7 acker geseijt 2- 0- 0
1- 26- 0 noch 7 koeweijden
0- 16- 0 ende 2 dachmaet hoijlants die rest horstvelt
2- 27- 0 Luijten Janss ende Johan Alberts gebruijcken tsamen 10 ackeren geseijt 3- 0- 0
3- 20- 0 noch 10 koeweijden
0- 24- 0 ende 3 dachmaet hoijlants
2- 13- 8 Claes Janssen 6 ackeren geseijt 2- 2- 0
1- 18- 0 noch 6 koeweijden
0- 16 0 ende 2 dachmaet hoijlandts die rest horstvelt
Roloff Holthouwer als gebruijcker van Thijmen ter Linden
2- 12- 8 6 acker geseijt 2- 2- 0
1- 18- 0 noch 6 koeweijden-hoijlants
Mense Roloffs (aantal acker is weggevallen)
4- 25- 0 daer op geseijt 5- 0- 0
3- 6- 0 noch 12 koeweijden
1- 2- 0 ende 4 dachmaet hoijlants
(19)Plattelanden gelegen ter IJwhorst
Henrick Pijpenreij
3- 6- 0 Berent ten Huijsen van het schutlant vj dachmaet
0- 16- 0 Roloff van Cuyck ij dachmaet
0- 10- 0 Geert Kuijper j dachmaet j vierendell
0- 10- 0 Albert Gaijkens j dachmaet j vierendell
0- 6- 0 Roloff ter Hoffstede j dachmaet j vierendell
0- 16- 0 Johan Remmelts inden Broeckhuijsen j dachmaet
0- 8- 0 Die kerckvoechden van Koeckange j dachmaet
1- 6- 0 noch iiiij dacmmaet
0- 8- 0 noch die (Arrem) inden Wijck j dachmaet
0- 8- 0 Johan Jansen Basuijn j dachmaet
0- 4- 0 Mense Roloffs j dachmaet
0- 12- 0 Johan Evers ter Haer ij dachmaet
Noch Albert Gaykens ende Johan Oosterhuijs een cleijn gemiente (…) (…) landt grot xij dachmaet
dat om der slechticheijt ider dachmaet genomen op
0- 12- 0 7 st (…)
Johan Evers gelijcke lant iiij dachmaet
0- 4- 0 ad idem genomen op j st.
Somma (...) vander IJwhorst bedraecht 280 goudguldens
(zin weggevallen bij kopie)
Toelichting
Het verpondingsregister is een register voor de grondbelasting. Tot het kerspel IJhorst werden alle erven gerekend van de Hogenkamp tot het einde van de Lankhorst. Daarnaast ook nog de erven op de Overlankhorst. De Overlankhorst ligt tussen Staphorst en Halfweg, beginnend bij de Buitenstouwe.
In het register wordt het bouwland het hoogst aangeslagen. Dit bouwland wordt gemeten in mudden, schepels en spinten. Deze oppervlaktematen waren er in Groninger maat en Steenwijker maat. In Groninger maat is een mud 0,2710 ha, een schepel 0,0678 ha en een spint 0,0169 ha. In Steenwijker maat is een mud 0,3614 ha, een schepel 0,0903 ha en een spint 0,0225 ha. Ik weet niet of dit register in Groninger of in Steenwijker maat is, maar het komt erop neer dat 3 mud bouwland ongeveer 1 hectare is.
Daarnaast moest er nog betaald worden voor koeweiden en hooiland. Het hooiland werd gemeten in dagmaten (dachmaet). Een dagmaat is 0,6776 ha (drie dagmaat is twee hectare).
Op de Overlankhorst werd het land gemeten in ‘ackeren’. Dat is een breedtemaat van ongeveer 7 meter en werd gebruikt op Staphorst en Koekange voor het meten van de smalle, lange opstrekkende erven. Een erve van 10 acker heeft dus een opstrek met een breedte van ongeveer 70 meter.
Er moest betaald worden in daalders, stuivers en penningen. Een daalder is 30 stuivers, een stuiver is 16 penningen. Aan het einde staat dat de totale belasting voor IJhorst 280 goudgulden is. Een goudgulden is 65 stuivers (ƒ 3,25). De opbrengst in 1602 was dus ƒ 910,00.
Het register begint met de Hogenkamp en loopt dan alle erven langs de Reest af tot het einde van de Lankhorst. Dan volgen de erven op de Overlankhorst, beginnend bij de grens met Staphorst. Tot slot worden nog de ‘plattelanden’ aangeslagen, dat is los land (meest hooiland langs de Reest).
(1) ‘den Hogen Camp’ is de Hogenkamp. Hier woonden in 1602 twee boeren, Roloff Janss en Johan Wolters.
(2) ‘vierendell’ is vierendeel (een vierde deel). Roloff Jans heeft dus 11/8 hoeve land. Een ‘hoeve’ is een vol erve.
(3) ‘uutgeseijt’ of ‘geseijt’ is gezaaid. Er werd alleen rogge geteeld op het bouwland.
(4) ‘belmondich’ is braakliggend.
(5) ’ter Espers’ is Ter Esphorst, later De Respers. Hier woonden in 1602 ook twee boeren, Albert ter Espers en Frens ter Espers. Ter Esphorst was in 1602 eigendom van de adellijke familie Sloet.
(6) ‘verseth’ betekent ‘verhypothekeerd’ (verzet). Het hooiland was dus als onderpand voor een geldlening gegeven aan Johan Henricks ter Linden die ook het vruchtgebruik had bij wijze van rente.
(7) Dit is het erve Het Strik waar in 1602 Roloff Janssen woonde en dat eigendom was van het Convent (voormalig klooster) van Hasselt.
(8) Dit is het erve Bezoen waar in 1602 Johan Janssen Basuijn (=Bezoen) woonde. In 1602 was dit nog maar een kleine boerderij van een halve hoeve groot. Omdat ook later ‘Striks- en Bezoenserve’ vaak samen genoemd worden, zou de voorzichtige conclusie getrokken kunnen worden dat Bezoen een afsplitsing van het oudere erve Het Strik is. Het Strik werd ook wel IJhorsterveen genoemd. De oudste vermelding is van 1365 wanneer de gezworen rechter Tydeman Tydenszoon op het IJhorsterveen woont.
(9) Johan Janss Kuijck of Johan Janssen Cuyck woonde op de Kleine IJhorst, één van de Drie Hoeven waar ook het Pastorieerve en Ter Horst toe behoorden. Deze drie erven waren oorspronkelijk allemaal eigendom van het klooster Zwartewater.
(10) Johan Pouwells woonde op Het Pastorieerve. Op dit middelste erve van de Drie Hoeven was de kerk gebouwd en was de boerderij voor het levensonderhoud van de pastoor bestemd. Na de hervorming werd de boerderij eigendom van de kerk. Ook dit was een kleine boerderij van een halve hoeve.
(11) Albert Gaijkens, stamvader van de families Ten Oever en Hogenkamp, woonde op één van de twee grootste boerderijen van IJhorst (de andere was Beugelen). Dit erve Ter Horst was anderhalve hoeve groot en ook nog eigendom van het voormalig klooster Zwartewater bij Hasselt.
(12) Johan Everts woonde op Ter Haar, eigendom van het voormalig klooster Dikninge.
(13) Albert Roloffs, voorvader van de familie Van Beugelen, woonde op de grootste boerderij van IJhorst, Beugelen. Er was in 1602 al een deel van afgescheiden, dat was het hierna genoemde Schot. Later zou Beugelen nog een keer in tweeën worden gedeeld waarbij een tweede erve Half Boelinge of De Imberg zou ontstaan. Het overblijvende Beugelen was ook in de negentiende eeuw nog steeds een zeer grote boerderij van rond de 160 hectare. Beugelen was in 1602 eigendom van het voormalig klooster Dikninge.
(14) Johan Bartels woonde in 1602 in het Dickeninger Schaep Schot, oftewel in de voormalige schaapschuur van het klooster Dikninge. Nu het klooster kort daarvoor had opgehouden te bestaan (in 1602 werden de bezittingen van het klooster overgenomen door de Landschap Drenthe), verviel ook het boerenbedrijf van de kloosterlingen voor een groot deel. Daar hoorde blijkbaar ook de schapenhouderij op het IJhorster Veld bij. De schapenschuur werd een boerderij later bekend als Het Schot. Johan Bartels is de stamvader van de families Bunskoek en Bakker.
(15) Roloff ter Hoffstede woonde op de Hofstede of Ruststede, eigendom van het voormalig klooster Dikninge.
(16) ’tijnden’ is tienden, de belasting van een tiende deel van de oogst. In deze tijd waren de tienden vaak nog in het bezit van de kloosters of van adellijke particulieren. Later werden ze meer en meer verkocht aan grootgrondbezitters of kochten de boeren het recht zelf op om het te laten vervallen. In de Franse tijd zijn alle tienden afgeschaft.
(17) Hier begint in het register de opsomming van de boerderijen op de Overlankhorst. Het land word hier in acker gemeten omdat het opstrekkend land is. Omdat het slechter land is dan het land van de erven langs de Reest worden ze maar voor de helft van de belasting aangeslagen (’twee wordt voor één gerekend’). Aan het omgerekende aantal mudden per boerderij is goed te zien dat de boeren op de Overlankhorst ook veel minder bouwland hadden dan de erven langs de Reest. Wel waren de boerderijen op de Overlankhorst vaak eigen boerderijen terwijl de erven langs de Reest in 1602 nog voor 90% pachtboerderijen waren.
(18) Wat de aanduiding ‘horstvelt’ betekent weet ik niet. Waarschijnlijk is het zoiets als woest land of heide. Er werd geen grondbelasting op geheven hetgeen betekent dat het niet productief was.
(19) De ‘plattelanden gelegen ter IJwhorst’ zijn los land, meest hooilanden langs de Reest of losse stukken hooiland in de Leijen. De eigenaren komen ook van buiten IJhorst, meest uit plaatsen waar tekort aan hooiland was zoals bijvoorbeeld in Broekhuizen. De genoemde ‘Johan Remmelts inden Broeckhuijsen’ woonde op De Hof in Broekhuizen; ‘Henrick Pijpenreij’ is van de Pieperij afkomstig en ‘Berent ten Huijsen’ van Den Huizen in Avereest.
Rotterdam, 2 januari 2005
R.H. Gortemaker.